Gulden leesregels

De ‘’10 gulden leesregels’’

  1. De tekst altijd een keer snel helemaal doorkijken, ter oriëntatie, zodat je weet waar je bepaalde informatie moet zoeken
  2. Plaatjes, koppen, titel, ondertitels zo efficiënt mogelijk gebruiken
  3. Stel altijd stuurvragen vooraf (om toegang tot tekst te krijgen)
  4. Begin altijd bij wat je al weet (dus nooit met de onbekende woorden)
  5. Bij onbekende woorden in ieder geval dóórlezen
  6. Train jezelf in lezen in meerdere rondes
  7. Ga woorden later pas opzoeken
  8. Kies leesopdrachten die passen bij ‘natuurlijke’ leesdoel tekst (globaal begrip hoofdzaken → informatieve / fictionele teksten; detailbegrip → functionele teksten)
  9. Werk indien mogelijk met een maatje samen en stel jezelf achteraf vragen over hoe jullie het proces aangepakt hebben, waarom/ waar iets gevonden, hoe volgende keer aanpakken etc.
  10. Meer makkelijkere teksten is beter dan 1 ‘op niveau’

 Bron leesvaardigheid: Moderne Vreemde Talen in de Basisvorming; Herziene kerndoelen in de praktijk; Francis Staatsen